zaterdag 30 april 2011

Gaspesie #2

Met de zon boven onze auto bolden we vanochtend die grote brug over, Quebec in. Ook even de klokken een uurtje terug draaien want Quebec zit op Eastern Time en niet op Atlantic Time zoals NB. Het plan was om tegen de avond Gaspe te bereiken, de grootste ‘stad’ van het schiereiland.

Het landschap werd indrukwekkender naarmate Gaspe naderde. We volgden de hele tijd een kustweg de eerst over heuvels en langs kleine dorpjes voer. Soms reden we kilometers lang pal naast het water, met enkel een vangrail en rotsblokken naast ons. Langzaam kregen de kliffen vorm en het laatste uurtje voor Gaspe kwamen we ogen te kort om alles te bekijken. De weg slingerde zich over steile rotswanden, door scherpe bochten en langs imposante kliffen. Om de zoveel kilometer gleden vissersdorpjes en vuurtorens voorbij. De zon was nog steeds van de partij maar de wind trok aan en dat gaf het geheel net dat woeste element dat het nodig had.

Het hoogtepunt van de dag (en van de trip) was zonder twijfel Rocher Percé (pierced rock), een stevige rotsformatie voor de kust in de Golf van St Lawrence, met aan één kant een enorm gat. Bloedmooi!

We sliepen in Gaspé, een dorpje dat na een dag door de woestenij rijden aanvoelde als een mondaine grootstad. In de taal van de Mic-Mac-Indianen betekent Gaspé "het einde van de wereld". Het was hier dat ontdekkingsreiziger Jacques Cartier in 1534 arriveerde en ‘Nieuw-Frankrijk’ voor zijn moederland claimde. Quebec doet inderdaad toch een beetje aan als Frankrijk. Een mens moet echt zoeken om nog Engels te vinden, de mentaliteit is anders (geslotener?) en het landschap deed me denken aan de woeste kusten van Noord-Frankrijk onder Cap Gris Nez. Quebec in Canada: een land in een land. Vreemd.

Oh ja, en hier kan een volwassen man opnieuw gewoon drank kopen in de supermarkt. In NB moet je daarvoor naar een speciale Liquor Store. Quebec heeft trouwens een uitstekende selectie goede wijnen, tja, het is hier een beetje Frankrijk he.

vrijdag 29 april 2011

Gaspesie #1

In de reeks “Verken Je Regio” begonnen we vandaag aan een meerdaagse trip naar Gaspésie, een schiereiland in de provincie Quebec. Gaspésie ligt ten oosten van Montreal en ten noorden van New Brunswick. Verwarrend? Kijk gewoon even op de kaart hiernaast, dan wordt het een stuk duidelijker hoop ik.

Gaspésie is in oppervlakte ongeveer even groot als België maar er wonen amper een paar tienduizend mensen. Het wordt gekenmerkt door vele kleine dorpjes die vooral langs de kust liggen. We zijn er helemaal rond gereden.


Onze eerste stop was Kouchibouguac National Park, een uurtje rijden van Moncton. Dit prachtige park herbergt een van de mooiste stranden van de provincie, met het warmste water ten noorden van Virginia bovendien (naar men zegt). Officieel opent het park pas over enkele weken maar je kan er nu al wel in, zonder te moeten betalen. Zoals alle parken in Canada bleek ook Kouchibouguac een heerlijke oase van natuurrust te zijn. Van zodra we de parkpoorten voorbij waren, reden we over een perfect onderhouden weg door dichte bossen met hoge bomen en om de zoveel kilometer startplaatsen voor wandelingen, kayaktochten, picknicktafels en campings. We parkeerden onze auto pal tegen het strand en wandelden het laatste stukje naar het water over een houten loopbrug. Daar hadden we weer even een ‘aha-moment’. We werden letterlijk stil van het prachtige uitzicht. Voor ons een prachtig geel zandstrand met rustig golvend zeewater. Achter ons dennenbomen en duizenden hectaren bos die letterlijk tot aan de strandrand reiken. Het was een prachtige dag (20 graden) en dus picknickten we aan een van de vele tafels.

De route ging verder noordelijk en een uur na de picknick parkeerden we in Miramachi, de verzamelnaam voor drie aparte dorpjes aan de Miramichi rivier. Na een wandeling langs het water zetten we ons in een bakkerij/koffiezaak die gerund bleek te worden door een Duits koppel dat 15 jaar geleden immigreerde. We wisselden verhalen uit en kregen gouden tips in een erg aangenaam gesprek. “Blijf Nederlands met je kinderen spreken, want dat verleren ze ongelofelijk snel”, drukte de vrouw ons nog op het hart als we afscheid namen.

De volgende stop, ook om te slapen, was het stadje Campbellton, helemaal in het noordelijke puntje van New Brunswick, aan de grens met Quebec. De grootste attractie daar is de Restigouche rivier en de gigantische stalen brug erover. Aan de ene kant New Brunswick, aan de andere kant Quebec.

Het vervolg kan je lezen door HIER te klikken.

woensdag 27 april 2011

Prijzen benzine

Ik wil nog even doorgaan op de brandstofprijzen hier. Voor een liter loodvrije benzine betaal je in New Brunswick vandaag 1.31 Canadese dollar. Dat is - aan de huidige koers - 97 eurocent. Zevenennegentig schamele centjes! Probeer je dat eens in te beelden. En toch klagen ze hier steen en been over de ‘schandalig hoge prijzen’.

Als ik Canadezen vertel dat de benzine in België momenteel 1.66 euro kost en dat omgerekend 2.20 dollar is, kijken ze me niet begrijpend aan. Het kan nog erger, veel erger dus ...



maandag 25 april 2011

Lode te horen op CBC Radio One

Vanochtend om 7u30 was ik te horen op CBC Radio One in New Brunswick. De openbare omroep heeft namelijk een reportage van mij uitgezonden in het ochtendnieuws.

Een tijdje geleden schreef ik over Alan die bij de CBC in Fredericton werkte. Toen we bij hem en Fanny op bezoek waren begin maart kregen we een rondleiding in de gebouwen van de CBC. Alan beloofde dat hij zou kijken of er iets mogelijk was voor mij bij CBC radio. Hij bracht me in contact met Karin, de producer van het ochtendprogramma in Moncton. De drie grote steden hebben 's ochtends hun eigen nieuwsshow. Een tweetal weken geleden ging ik langs bij de redactie hier in Moncton voor een verkennende babbel. Karin was op zoek naar freelance reporters om de gaten in de zomer te vullen. Ik heb meer dan 10 jaar ervaring als radioreporter maar we waren het erover eens dat journalistiek in een andere taal allesbehalve makkelijk is. We spraken af dat ik eens een dagje zou meedraaien en iets maakte als test.

Afgelopen donderdag zat ik om half 9 mee aan de briefingtafel bij Radio One Moncton. Mijn opdracht: een nieuwsitem (1 min) en een iets langere reportage (2.5 min) maken over de stijgende brandstofprijzen. Ik dus met opnametoestel en een handvol vragen naar enkele tankstations om klanten te polsen naar hun mening over de alweer duurder geworden olie. Wat meteen opviel was het feit dat mensen hier veel makkelijker aan te spreken zijn. Spreek in Belgie 10 mensen aan en 7 ervan zullen je negeren of niet meewerken. Hier was de verhouding net omgekeerd. Tweede vaststelling: iedereen was bezorgd maar niemand past (voorlopig) z'n rijgedrag aan. Na een klein uurtje had ik genoeg quotes voor een leuke reportage.

Terug naar kantoor en monteren dan maar. Gelukkig gebruiken ze bij CBC dezelfde software voor audiomontages en nieuwsgaring (Dalet en Inews) dus technische opleiding had ik niet nodig. Bij het schrijven van teksten bleek hoe moeilijk journalistiek in een andere taal is. Wat op de VRT routine was, bleek hier zweten en zwoegen. Ook al spreek ik goed Engels, voor journalisten is taal het werkinstrument. Als je dat instrument niet perfect beheerst, is het lastig om vlekkeloos werk te leveren. Taalfouten in onze sector zijn uit den boze. Op het einde van de dag leverde ik twee items in waar ik redelijk tevreden van was. Ik vond mijn accent afschuwelijk, maar Karin leek er zich nauwelijks aan te storen. Ze zette het op de planning voor maandagochtend. Of ik ook even mijn naam fonetisch wilde uitschrijven voor de presentator met dienst, anders zou die z'n tong breken? Sure thing!

Vanochtend hoorde ik mezelf dus passeren in het nieuws van half 8, bevreemdende ervaring. En de presentator deed een verdienstelijke poging om mij naam goed uit te spreken, met dank aan de fonetische spelling. Ik post hieronder het fragment, en voeg er meteen excuses bij voor de slechte geluidskwaliteit. Ik kon het op de valreep nog opnemen met de laptop. Excuses ook voor mijn 'Allo 'Allo accent.

dinsdag 19 april 2011

Nog eens van de grond

Naar Canada verhuizen is een van de dromen die ik wilde realiseren. Een vlieglicentie behalen was een ander project dat in 2007 al vorm kreeg. Sindsdien vlieg ik met eenmotorige toestellen door het luchtruim. Of vloog eerder, want door de immigratie en alles wat daarbij kwam kijken, verdween luchtvaart naar de achtergrond. Nu we stilaan ingeburgerd raken en het wat kalmer wordt, haalde ik mijn brevet en headset nog eens boven. Ik had voor ons vertrek naar Canada al een validering van mijn licentie aangevraagd en kan in principe legaal vliegen in dit land. Maar omdat het van september geleden was dat ik nog eens in een cockpit zat, wilde ik eerst enkele uren kloppen met instructeur.

Op 8 minuten rijden van onze voordeur ligt Greater Moncton International Aiport, en dat is best een drukke luchthaven. Het herbergt een van de grootste vliegscholen van Canada (Moncton Flight College, daar kan ik toestellen huren), FedEx heeft er zijn Atlantische hub, net als de Canadese Post en het is een bestemming voor lijnvluchten van Air Canada, Continental, en een rist charters. Dat maakt dat er veel verschillende types door elkaar vliegen: Boeing 737’s naar de zon, cargojets, zakentoestellen en erg veel klein grut (waar ik dus mee vlieg).

Deze tekst wordt ook gepubliceerd op mijn vliegblog, dus ik ga even technisch worden voor de airo's onder de lezers. Het luchtruim rond Moncton is klasse D en heeft dus 24 uur per dag een bemande toren. Rond het torengebied zitten twee lagen klasse E tot 12,500 voet gecontroleerd door Moncton Approach. Daarboven start een gigantisch gebied dat zich uitstrekt van aan de Amerikaanse grens tot Groenland. Die lap luchtruim is eigendom van Moncton Centre. Elk vliegtuig dat van Europa naar de VS vliegt, krijgt dus ooit te maken met een controller die voor een scherm in Moncton zit.

Het is wennen. Niet alleen het feit dat ik sinds lang nog eens met een Cessna (hoogvleugel) vlieg, maar ook de besturing zelf. De basis zat nog in mijn hoofd maar de details en fijne afwerking mankeerden. Het is een boeiend uurtje. De eerste landingen zijn standaard maar dan werd het drukker en uitdagender. Bij de 4e landing zat er bijvoorbeeld een cargojet voor ons en moet ik extreem traag vliegen. Zo’n kist laat na de landing heel wat turbulentie achter op de baan en die kan een kleine Cessna wegblazen. Bij de zesde landing kwam er een Air Canada binnen gekacheld en werden we enkele minuten ‘on hold’ geplaatst: cirkeltjes draaien op downwind dus. Daarna wilde instructeur Floyd een noodlanding simuleren. Halverwege het circuit zette hij de motor stil met de woorden; 'You figure it out'. Geruisloos glijden we richting startbaan.

Na de 7e landing is onze tijd op en rollen we terug naar de parking. Fijne vlucht, leuk om terug zelf te kunnen vliegen.
“Heb je iets gezien van de streek?” vraagt Myriam als ze me komt oppikken. Mmm, nee, door de concentratie ben ik eigenlijk helemaal vergeten on bewust naar buiten te kijken. Ik heb ook geen tijd gehad om foto’s te nemen. Om toch een beetje in de sfeer te komen, dit is wat ik vandaag 7 keer gedaan heb.

Prince Edward Island

Omdat we de regio hier toch ook wat willen verkennen, hebben we een aantal trips gepland de komende weken en maanden. Vandaag maakten we een daguitstap naar Prince Edward Island, kortweg PEI (spreek uit: Pie Ie Aai). Zoals de naam al zegt, een eilandje tussen New Brunswick en Newfoundland. Vroeger was je veroordeeld tot de ferry om er te raken. Sinds 1997 verbindt de Confederation Bridge New Brunswick en PEI met elkaar. Met zijn 13 km over open zee een van de langste bruggen ter wereld van dat type. Na een uurtje rijden arriveren we aan de brug. Je moet trouwens een forse 43 dollar tolgeld dokken, het ding is duidelijk nog niet afbetaald. Eerlijk is eerlijk: het is een indrukwekkend zicht. De brug zelf loopt hoog over de zee en op een heldere dag als dit zie je PEI mooi liggen aan de overkant.

Het eiland zelf is de kleinste provincie van Canada en ademt rust en eenvoud uit. Reclamepanelen langs de kant van de weg zijn verboden en ook hoogbouw wordt aan banden gelegd. Het eiland doet z'n uiterste best om de charme en sfeer van weleer te behouden. We volgen de hoofdweg van het eiland tot in de provinciale hoofdstad Charlottetown. Onderweg rijden we in een licht heuvelend landschap door kleine dorpjes en langs uitgestrekte velden. PEI is bekend van z'n aardappelen en donkerrode grond. Een man die in zijn voortuin staat, wuift vriendelijk als we hem voorbij rijden . Only in Canada!

Charlottetown zelf is een leuke ontdekking. Het heeft met zijn bakstenen rijhuisjes veel weg van een Brits stadje. Voor zijn kleine oppervlakte vind je er ook veel historische gebouwen en mooie kerken. Alles is heel compact, het centrum is niet meer dan 3 blocks, maar je waant je op het eerste zicht wel in een cosmopolitische grootstad. Hier komen we zeker nog eens terug.

Na de lunch volgen we de kustweg aan de noordelijke kant van PEI. Onder dreigende wolken komen we terecht in het Nationaal Park van Brackley Beach. We waaien uit op een verlaten, rotsig maar prachtig strand. Ook nu weer beseffen we amper in welke natuurpracht we hier rondlopen. De weg slingert zich verder langs de kust, draait weer het binnenland in en tegen valavond bollen we terug de brug over. Terug naar New Brunswick.





donderdag 14 april 2011

Rick Mercer Report #1: Canada voor beginners

Een van de meest bekeken (en beste) programma's op de Canadese televisie is 'The Rick Mercer report'. Rick Mercer is een komiek die in de jaren 90 doorbrak en al snel op tv te zien was. Sinds 2003 presenteert hij op CBC zijn eigen satirische show vol parodieën, leuke filmpjes en woordgrapjes. Mercer haalt werkelijk iedereen door de mangel en de eeuwige rivaliteit tussen Canada en de VS, net als het voor buitenstaanders ingewikkelde politieke systeem zijn dankbare onderwerpen. Ik ben van plan om regelmatig een video van Rick Mercer te posten. Als amuse gueule alvast een eerste aanzet tot 'Canada voor beginners'.

maandag 11 april 2011

Mercedes te koop

Goed dan, omdat we er vanaf willen en omdat advertenties op het internet dezer dagen blijkbaar niets meer opleveren, deze noodgreep. Sinds de verhuis naar Canada staat onze ouwe getrouwe Mercedes te koop. Bij deze een poging via Facebook , Twitter en Blogger. Daar gaan we:

Type: Mercedes C220 Diesel
Bouwjaar: eind 1998
Motor: 2155 cm3
Km: 233.000
Opties: Elektrische ruiten voor en achter, airco, radio met CD, airbags

De prijs die we tot nu toe kregen, lag veel te laag. Het gaat om een zeer betrouwbare, stijlvolle en goed uitgerust wagen. Nooit problemen mee gehad, zelf geen lampje moeten vervangen. Indien niet ernstig, gelieve zich te onthouden. Kandidaten kunnen zich melden via mail.


zaterdag 9 april 2011

Lente in Moncton

De foto boven dit stuk is een beetje troebel maar de temperatuur is duidelijk mag ik hopen: 18 graden op zondag 10 april, joepie!

Na een deftige -18 graden amper enkele weken geleden, was dit de warmste temperatuur die we hier tot nu toe konden noteren. Grappig om te zien hoe de provincie plots ontwaakte uit een lange winterslaap. De buitenlucht geurde de hele dag naar BBQ, voortuintjes werden massaal omgeploegd en wandelaars en fietsers overspoelden stoepen en parken. (Wie het waagt om in de reacties onder deze tekst de veel warmere temperaturen in Vlaanderen te vermelden, wordt zonder pardon verwijderd)

We hebben zelf ook een mooie ochtendwandeling gemaakt in het St-Anselme Rotary Park hier vlakbij, naast de toekomstige school van Gemma. Na de lunch (geen bbq trouwens) sloten we aan bij een andere Canadese traditie op zondag: Open House. Elke zaterdagochtend staat er in de krant een lange lijst huizen die de dag erna openbaar te bezichtigen zijn met het oog op verkoop. Een manier om je zondag om te krijgen is naar zo’n huis gaan kijken. Aan de andere kant van Dieppe lieten we ons oog vallen op een mooie vrijstaande woning. Niet dat we hier meteen een huis gaan kopen, voor een goed begrip, dit was een zondags uitje.

Op de terugweg passeerden we de Moncton RV Show, een openlucht expositie van kampeerwagens, caravans en mobilhomes (RV’s) in alle maten en gewichten. Van piepkleine sleurhutten ($7,000) tot gigantische uitklapbare opleggers met twee slaapkamers, een aparte badkamer, keuken en twee flatscreens ($135,000). We konden niet weerstaan om even langs te wandelen. Gemma en Fran vonden het allemaal geweldig.

Het deed deugd om buiten te kunnen lopen met open jas en een dunne trui. Spring is in the air!

Canada Draai

Onlangs zat er een mailtje in mijn postbus met de vraag of ik af en toe nog nog eens wat klank zou produceren. "Tekst op deze blog lezen, allemaal goed en wel, maar wanneer horen we je nog eens?', dat was de teneur van het bericht. Wel, goed idee! Misschien moet ik om de zoveel tijd maar eens een ingelezen blogpost publiceren? In afwachting van dat audiodagboek, kan ik jullie wel al de Canada Draai aanbevelen. Met mijn goede vriend en radiocollega Floris Daelemans ben ik een tijdje geleden gestart met een (ongeveer) tweewekelijkse podcast. Gisteren hebben we nog eens een aflevering ingeblikt. Allen daarheen, snel!!

donderdag 7 april 2011

Ideale Gezin? Twee dochters!

Wat wij in dit huis al lang vermoedden maar nooit luidop durfden te zeggen: 'Het ideale gezin bestaat uit twee dochters'. Zeg dat Het Laatste Nieuws het gezegd heeft!

woensdag 6 april 2011

Groene zak

Ons groenafval moet hier in een speciale, groene (afbreekbare) vuilniszak. Die dingen zijn snel vol als je elke dag een warme maaltijd maakt en dus loopt het keukenafval snel op. Iedereen stopt de groene zakken meteen in een ronde plastic vuilbak en vanochtend werd duidelijk waarom. Een groene zak die ik ‘voorlopig’ onbeschermd op ons terras had gezet, was open gebeten. Snel de ton in, en wachten op de ophaling. De vuiniskar komt hier in de nacht van donderdag op vrijdag.

dinsdag 5 april 2011

Mijnheer Doktoor

We zijn net terug van de dokter. Niet dat we ziek waren, gelukkig niet. Nee, we staan sinds vanmiddag officieel op de patiëntenlijst van een huisarts in Memramcook, een kwartiertje rijden hiervandaan.

Een vaste arts vinden is een echte opgave. De meeste mensen staan maanden op een wachtlijst, soms tot twee jaar lang. Blijf je ondertussen dan verstoken van medische zorgen? Natuurlijk niet. Er zijn de vele Walk-In Clinics, de fastfoodversies van artsenpraktijken zeg maar. Je meldt je aan bij de receptie en de eerste dokter die beschikbaar is, zal je helpen. Als het echt dringend is, kan je natuurlijk langs de spoedafdeling van het ziekenhuis. Wij hadden het ongelofelijke geluk dat de zoon van George dokter is en ons aan zijn patiëntenbestand wilde toevoegen. Vanochtend gingen we langs voor een kennismakingsgesprek en stelde hij ons medisch dossier samen. Zeer charmante en vriendelijke man trouwens in een mooie praktijk, even buiten Moncton.

Enkele dagen geleden ontvingen we trouwens onze Medicare pasjes, die geven recht op gratis medische zorgen. In tegenstelling tot de VS heeft Canada namelijk wel gratis health care. Je betaalt helemaal niets voor een bezoek aan de dokter, opname in ziekenhuis of noodzakelijke onderzoeken. Wel te betalen zijn medicijnen, tandarts en oogarts. De meeste mensen krijgen dat echter terugbetaald dankzij een groepsverzekering bij de werkgever (de zogenaamde benefits).

zondag 3 april 2011

Maple Sugar Festival

The Maple Sugar Festival. Geef toe, dat klinkt toch geweldig! Dat evenement in Riverview, aan de westelijke kant van Moncton, heeft ons weekend gekleurd.

Zaterdagochtend vroeg schoven we onze voeten onder tafel in het Dan Bohan Centre voor een stevig Canadees ontbijt: pannenkoeken, roerei, worstjes, ketchup, toast met confituur en een stevige bak koffie. Ontbijt voor 4 personen voor in totaal 10 dollar! En dat in een decor dat verdacht veel leek op een gemiddelde parochiezaal in Vlaanderen.

Een dag later trokken we naar Coverdale Centre, ook in Riverview. Die hal bleek op de top van de hoogste heuvel van Riverview te staan, pal naast een grote rood-witte watertoren die we vanuit ons keukenraam konden zien! Rond de middag begonnen de lokale scouts hotdogs en hamburgers te bakken en konden de kids zich uitleven met een springkasteel en gelaatsschilderen. De hamburgers waren top, alleen jammer dat ik er 45 minuten voor in de rij moest staan. De scouts waren blijkbaar nogal verrast door de hoge opkomst en konden de vraag niet bijhouden. Geweldig ook hoe al die Canadezen perfect op een rechte lijn blijven wachten. Geen gedrum, geen gemor, rustig blijven staan, wachtend op een stuk gemalen koe tussen een broodje. In de late namiddag sloten we de dag af bij de YMCA. Voor je begint mee te zingen met The Village People, YMCA staat voor “The Young Men's Christian Association”, in Noord-Amerika kortweg “The Y” genoemd (spreek uit: Why). Jarenlang moest de organisatie de christelijke waarden overbrengen, ondertussen is de YMCA een breed familie- en sociaal centrum en kan iedereen er terecht. De ‘Y’ heeft een ware sporttempel gebouwd aan de rand van de stad met fitnessruimtes, polyvalente zalen en een prachtig zwembad. We hadden de kinderen namelijk nog een zwembeurt beloofd. Fijn weekend was het ...!

vrijdag 1 april 2011

Het vervolg ...

Druk bezig met het afwerken van teksten die hier binnenkort gepubliceerd worden. Ondertussen staat wel het vervolg van 'wat vooraf ging' online. Dat kan je hier lezen ...